Deel 2 Veldwerk in moeilijke omstandigheden: De kracht van netwerken en schermen
Toegang tot het veld was onmogelijk, maar er dienden zich nieuwe mogelijkheden aan. Niet alleen voor dit onderzoek, maar ook voor toekomstig onderzoek in moeilijk toegankelijke gebieden. Benieuwd hoe? Lees verder!
Van netwerken naar inclusie
Ik wist natuurlijk wel dat sterke netwerken belangrijk zijn voor effectief veldwerk, maar hun werkelijke waarde werd pas echt duidelijk tijdens de COVID-19-pandemie. Gelukkig hadden we tijdens eerder veldwerk al een stevig netwerk van contacten opgebouwd—vooral toen ik van Egypte naar Marokko verhuisde en een jaar lang relaties opbouwde met mensen ter plaatse. Wie had kunnen voorspellen dat die connecties zo cruciaal zouden worden tijdens een wereldwijde crisis die niemand had zien aankomen? Het was een krachtige herinnering aan het feit dat een sterk netwerk in empirisch onderzoek niet zomaar een voordeel is, maar een absolute noodzaak.
Dankzij deze relaties konden we samenwerken met veldwerkcoördinatoren uit migrantengemeenschappen. Zij speelden een sleutelrol bij het mogelijk maken van online interviews en bijeenkomsten. Wat in eerste instantie een onoverkomelijke hindernis leek, werd zo een kans om ons werk op nieuwe en productieve manieren voort te zetten. Er ontstond een combinatie van online en face-to-face dataverzameling—een aanpak die we zelfs na de pandemie zijn blijven gebruiken. Het is bijna onvoorstelbaar dat ik ooit dacht dat veldwerk betekende dat je altijd fysiek aanwezig moest zijn.

Het digitale leven van onze respondenten
We kwamen tot nog een belangrijk inzicht: terwijl mensen wereldwijd steeds meer tijd online doorbrengen, had ons onderzoek deze digitale dimensie van de empirische werkelijkheid grotendeels over het hoofd gezien. Door een opmerkelijke speling van het lot werden we tijdens de pandemie gedwongen om deze dimensie onder ogen te zien én te verkennen.
We ontdekten dat voor veel migranten in Marokko beslissingen over grote levensgebeurtenissen steeds vaker online genomen worden. Zo overleggen vertegenwoordigers van migrantengemeenschappen in Marokko bijvoorbeeld op afstand met familieleden in het buitenland over de vraag of het lichaam van een overleden dierbare moet worden gerepatrieerd of in Marokko moet worden begraven. En als het laatste het geval is: moet dat dan op een islamitische of een christelijke begraafplaats?
Ook het regelen van wettelijke volmachten en het digitaal uitwisselen van officiële documenten verloopt via intensieve online communicatie.

Capaciteitsopbouw
Hoewel mobiliteit naar en binnen Marokko sterk beperkt bleef, werden de reisbeperkingen in Nederland snel versoepeld. Daardoor konden we een subsidie gebruiken om twee jonge, ambitieuze Marokkaanse onderzoekers drie maanden lang een onderzoeksstage aan ons instituut in Leiden aan te bieden.
Na hun terugkeer naar Marokko bleven zij ons project ondersteunen door waardevolle data ter plaatse te verzamelen. Zo leverde het onderzoek niet alleen belangrijke inzichten op, maar bouwde het ook aan lokale kennis en toekomstig onderzoekspotentieel. Maar dat was nog maar het begin. Lees hier wat er daarna kwam.